Tag Archief van: Vastgoed

Steeds meer huiseigenaren kijken naar de mogelijkheden om (meer) af te lossen op de (aflossingsvrije) lening op hun huis. Er zijn uiteenlopende redenen om af te lossen. Een van de redenen is het besparen van geld als u niet langer een hypotheeklening hebt. De overheid zegt het al: Geld lenen kost geld.

Wat zijn de voordelen van aflossen?

Door uw hypotheek af te lossen, vergroot u uw bezit en laat u de omvang van uw schuld dalen. De maandlasten worden lager. Aflossen is niet alleen vanuit financieel perspectief aantrekkelijk. Het maakt u ook minder afhankelijk van wijzigingen in de fiscale regels rond de hypotheekrenteaftrek. Dat is belangrijk, nu de overheid al jarenlang deze fiscale regelingen rondom de eigen woning versobert.

Over het afgeloste bedrag hoeft u geen rente meer te betalen. De historisch lage rente speelt hierbij een belangrijke rol. De lage rente die u ontvangt op uw spaargeld is momenteel veel minder dan de rente die u aan uw geldverstrekker betaalt, rekening houdend met het fiscale voordeel. Door voor het einde van het jaar af te lossen met spaargeld uit box 3 voorkomt u dat dit vermogen begin volgend jaar in de rendementsgrondslag wordt meegenomen.

Verwacht u daarentegen een hoger rendement op uw geld dan de rente die u netto op uw hypotheek betaalt, dan is aflossen rekenkundig niet interessant. Of aflossen voor u aantrekkelijk is, hangt dus vooral af van de vraag hoeveel rendement u verwacht te maken op uw eigen geld.

 

Zitten er ook nadelen aan aflossen?

Aflossen heeft ook nadelen. Houd er rekening mee dat het geld vastzit in uw woning. Het is lastig om dit geld snel weer vrij te maken. Hiervoor moet u uw huis verkopen of een krediethypotheek afsluiten waarbij u opnieuw geld leent met uw huis als onderpand. Ook fiscaal gezien zit uw aflossing vast in de woning. Door af te lossen verhoogt u de overwaarde van de woning, het verschil tussen de economische waarde en de hypotheekschuld die erop rust. Verkoopt u de woning, dan ’stimuleert’ de bijleenregeling van de overheid u deze overwaarde in een nieuwe woning te stoppen. De rente over het bedrag aan lening ter grootte van de overwaarde is namelijk niet meer aftrekbaar.

Wat levert aflossen op?

De rust die een hypotheek met lage lasten met zich meebrengt, spreekt velen aan. Maar wat levert aflossen nu in harde cijfers op? Bijvoorbeeld in vergelijking met beleggen? U kunt uw spaargeld immers ook in aandelen op de beurs beleggen en op die manier rendement behalen.
Stel, u en uw partner hebben een woning met een WOZ-waarde van 350.000 euro, een hypotheek van 300.000 euro, het hoogste inkomen bedraagt 60.000 euro bruto per jaar, de hypotheekrente is 5 procent en u hebt samen 100.000 euro aan spaargeld dat bijna 0,1 procent aan rente oplevert. Aan vermogensrendementsheffing in box 3 is over dit bedrag 0,24 procent verschuldigd. Doordat u een deel van de betaalde hypotheekrente terugontvangt van de Belastingdienst, bedraagt de netto rente 3,3 procent. Op het moment dat u de 100.000 euro aan spaargeld op de hypotheeksom aflost, bespaart u vermogensrendementsheffing. Verder levert deze investering grofweg een rendement op van 3,44 procent op het eigen geld (3,3% + 0,24% minus 0,1 %). Rekenkundig is het dus verstandig om met het eigen geld af te lossen op de hypotheekschuld.

Kunt u beter beleggen of aflossen?

Aflossen is dus aantrekkelijk, maar u kunt uw spaargeld ook gebruiken om mee te beleggen. Het opwaarts potentieel van een belegging is immers veel groter dan dat van een aflossing op uw hypotheek. Bij de aflossing op uw hypotheek haalt u een maximaal rendement van 3,44 procent in bovenstaand voorbeeld. Maar op de financiële markten kunt u op lange termijn veel meer rendement behalen, zo laten de historische cijfers zien. Een nieuwe versie van bovenstaand voorbeeld geeft u meer inzicht.

We kijken eerst wat er nodig is om een vergelijkbaar rendement te behalen als met aflossen. Daarvoor nemen we het bruto rendement minus de 0,24 procent aan vermogensrendementsheffing en 0,76 procent aan beleggingskosten. Om een nettorendement van 3,44 procent te behalen, moeten de beleggingen met minimaal 4,5 procent renderen. Om te streven naar dit rendement zal momenteel grotendeels belegd moeten worden in aandelen. Daarmee komen we gelijk bij de rol van risico, een belegging in aandelen brengt risico’s met zich mee.

Aandelenkoersen gaan in de tijd op en neer. Daardoor kan uw geld tussentijds minder waard worden, of juist veel meer waard worden. Bij de afweging tussen aflossen of beleggen is het dus belangrijk om ook de factor risico mee te laten wegen.

Het sneeuwbaleffect

U kunt het aflossen van de hypotheek versnellen met behulp van de sneeuwbalmethode. Dat werkt zo: als u aflost op uw hypotheek zorgt dit bij de meeste hypotheekvormen direct voor een daling van de maandlasten. Het geldbedrag dat u op die manier bespaart – dat in het begin heel klein is, maar gestaag groeit – voegt u toe aan het bedrag van de volgende aflossing. Door elke aflossing, is het kapitaal dat u hebt om de volgende maand af te lossen weer iets groter. U begrijpt waarom deze methode de sneeuwbal heet. Het aflossingsbedrag wordt elke keer groter, net als bij een sneeuwbal die van de berg rolt en waaraan bij elke draai meer sneeuw plakt. Uiteraard moet hierbij nog wel rekening worden gehouden met de vergoedingsrente die de geldverstrekker in rekening kan brengen.

Wilt u weten of extra aflossen op uw hypotheek slim is om te doen? Neem dan eens contact op met mij!

We worden allemaal geconfronteerd met het nieuws dat pensioenen gekort gaan worden. De grote pensioenfondsen hebben al duidelijk aangegeven dat dit het komend jaar waarschijnlijk aan de orde is. Dat is niet fijn en het vervelende is, je kunt er zelf niets tegen doen. Het wordt voor je beslist. Nu zijn er ook mensen die niet aangesloten zijn bij een pensioenfonds, maar waarbij hun pensioen is ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij. In zo’n geval kun je misschien wel iets doen om je pensioen te verbeteren.

Aankoop van pensioenuitkeringen
De werkgever kan hebben besloten dat hij voor u een vast bedrag per maand stort in een pensioenpolis bij een verzekeringsmaatschappij. Elke maand komt er dus een bedrag bij in dat pensioenpotje. Met dat geld belegt de verzekeringsmaatschappij, zodat dit potje kan groeien tot pensioendatum. Op pensioendatum is er dan een bedrag waarvoor u op dat moment pensioenuitkeringen moet kopen. Stel dat het bijeen gespaarde bedrag 100.000 euro is, dat de gemiddelde levensverwachting 20 jaar is vanaf pensioendatum en de rente 0% is. Dan krijgt u dus 20 jaar lang 5.000 euro per jaar aan pensioenuitkering, want 20 keer 5 is 100, het startbedrag.

Gevolgen van de lage rentestand
Bij de eerdere rentestand van 3% of 4%, was het kopen van pensioenuitkeringen op de pensioendatum niet zo’n probleem. Met de huidige rente van rond de 0%, is het aankopen van een pensioenuitkering wel een probleem. Met een beetje geluk krijgt u uw inleg terug, maar redelijkerwijs gesproken zult u bij 0% rendement minder terugkrijgen, want er moeten ook nog kosten worden betaald. Dat is geen aantrekkelijk scenario. Bovendien worden mensen getroffen waarbij, na bijvoorbeeld 30 jaar pensioenopbouw, op dit moment hun kapitaal vrij komt. Zij hebben de pech dat de rente nu heel laag is, waardoor zij een lager bedrag aan pensioenuitkeringen kunnen kopen.

Is een variabele uitkering mogelijk?
Om het effect van de lage of negatieve rente te compenseren, is er al sinds enige tijd de mogelijkheid dat u niet meer ineens het hele bedrag dat u hebt gespaard voor uw pensioen hoeft te gebruiken voor het kopen van uw pensioenuitkeringen. U mag nu per jaar een gedeelte van het kapitaal gebruiken om uw pensioenuitkering voor dat jaar te kopen en met de rest van het kapitaal mag u doorbeleggen. Als u toch voor een vaste voortdurende uitkering zou kiezen, betekent dit dat u te maken krijgt met het effect van de lage rentestand nu en niets meer kunt veranderen in de toekomst. De hoogte van de jaarlijkse pensioenuitkering staat dan vast. Als u kiest voor een variabele uitkering, dan kunt u wel ingrijpen.

Wat zijn de risico’s?
Het nadeel van dat variabele pensioen is dat u beleggingsrisico loopt. Het voordeel is dat u met een verstandig beleggingsbeleid rendement kunt maken en dus de mogelijkheid krijgt om ook zoiets als geldontwaarding, oftewel inflatie, op te vangen. Wie nu 10.000 euro per jaar krijgt aan pensioen, wil graag over bijvoorbeeld 10 jaar met zijn pensioen hetzelfde kunnen kopen als in de afgelopen tien jaar: kortom, de pensioenuitkering moet eigenlijk meelopen met de inflatie. Op zijn minst.

Dit ‘variabele’ pensioen staat open voor zo’n 1 miljoen Nederlanders die een dergelijke pensioenpolis hebben lopen. Bekijk met een gecertificeerd financieel planner wat voor pensioenrechten u hebt opgebouwd. Hij of zij kan u vervolgens begeleiden met het vraagstuk: past hier een variabele pensioenuitkering? En misschien kunt u uw kansen op een goed pensioen vergroten.

Het overlijden van een partner kan naast groot verdriet, ook grote financiële gevolgen hebben voor de achterblijvende partner en kinderen. Het is daarom van belang dat u nu al inschat of de achterblijvende partner zonder al te veel financiële zorgen verder kan leven. Stel dat uw inkomen of dat van uw partner wegvalt. Weet u dan of de achterblijvende partner in het huis kan blijven wonen en in het benodigde uitgavenpatroon kan blijven voorzien?

Overlijdensrisicoverzekering
Zoek uit of u of uw partner de woonlasten alleen kan betalen als een van u beiden wegvalt. Is dat niet het geval, dan is het slim om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten om dit risico op te vangen. Het principe van een overlijdensrisicoverzekering is simpel. Overlijdt u of uw partner voor de einddatum van de overlijdensrisicoverzekering, dan keert de verzekeraar het verzekerde bedrag ineens uit.

Het lijkt logisch om de verzekering af te sluiten op het leven van de partner met het hoogste inkomen. In de praktijk kunnen echter ook financiële problemen ontstaan als de partner zonder inkomen of met een laag inkomen wegvalt. Bijvoorbeeld als deze partner altijd voor de kinderen zorgde. De achterblijvende partner moet dan kosten maken voor extra kinderopvang of minder gaan werken.

Bent u alleenstaand en is niemand afhankelijk van uw inkomen, dan is de noodzaak om een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten beperkt. U kunt er wel voor kiezen, bijvoorbeeld als u uw nabestaanden een hypotheekvrije woning wilt nalaten.

Vaak wordt een overlijdensrisicoverzekering in combinatie met een hypotheek afgesloten. In het verleden eisten veel hypotheekverstrekkers een overlijdensrisicoverzekering. Tegenwoordig is dit steeds minder het geval. Dit betekent dat lang niet altijd meer een dergelijke verzekering wordt afgesloten. Ook al zou dit in veel gevallen geen onnodige luxe zijn, maar bittere noodzaak.

Eenmalige uitkering werkgever
Uw werkgever is verplicht om aan uw achtergebleven partner een overlijdensuitkering uit te betalen ter grootte van het maandsalaris inclusief vakantiegeld en nog niet uitbetaalde vakantiedagen. Deze eenmalige uitkering is netto. Verder kan in uw cao of arbeidsovereenkomst opgenomen zijn dat de overlijdensuitkering hoger is. Een uitkering mag belastingvrij worden uitbetaald tot maximaal drie keer uw maandsalaris. De achtergebleven partner kan de werkgever verzoeken om het bedrag te storten op een bankrekening naar keuze. Zodoende valt dit bedrag niet in de nalatenschap.

Partnerpensioen
Is er een pensioenregeling vanuit een loondienstverband van de overleden partner, dan heeft de achterblijvende partner veelal recht op het nabestaandenpensioen. Dit is een levenslange uitkering voor de achterblijvende partner als de werknemer voor de ingang van het gewone pensioen overlijdt. Deze uitkering bedraagt veelal 70 procent van het bij volledige diensttijd op te bouwen pensioen.

Er zijn twee soorten partnerpensioen: op opbouwbasis en op risicobasis. Van de werknemers heeft 80 procent een nabestaandenpensioen op risicobasis. De meeste mensen weten niet welk risico ze daarmee lopen: wordt u ontslagen of neemt uzelf ontslag, dan vervalt namelijk direct het nabestaandenpensioen. De achterblijvende partner heeft dan geen recht op een partnerpensioen van uw ex-werkgever.

Wezenpensioen
Zijn er kinderen onder de 18 jaar, dan kan een toeslag gelden op het weduwepensioen van 20 procent per kind. Kinderen die naar school gaan of studeren kunnen tot hun 27ste recht hebben op een wezenpensioen. Elk van uw kinderen kan recht hebben op 14 procent van het ouderdomspensioen dat u zou krijgen als u tot uw pensioendatum zou hebben gewerkt. Dit is de hoofdregel, uitzonderingen op de regel zijn echter goed mogelijk. Controleer dit door in te loggen met uw DigiD op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Uitkeringen als gevolg van de Algemene nabestaandenwet (Anw)
Zolang uw jongste kind nog geen 18 jaar is, heeft de achterblijvende partner recht op een inkomensafhankelijke uitkering op grond van de Anw. De regeling is in de afgelopen jaren sterk versoberd voor de achterblijvende ouder. U kunt overwegen een Anw-hiaatverzekering af te sluiten, ervan uitgaande dat dit niet al via uw werkgever is geregeld. Maar ook het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering kan hier uitkomst bieden.

Vrijvallende lijfrenten/bankspaarregelingen
Ook lijfrenten en bankspaarregelingen komen vaak tot uitkering bij overlijden. Hiervoor moet dan een nabestaandenlijfrente worden aangekocht. Houd rekening met het feit dat hier nog belasting over moet worden betaald. Misschien komt er nog ander geld vrij uit andere bronnen.

Al met al is het goed om voor uzelf op een rij te hebben hoe u er financieel voorstaat bij een overlijden.